Voormalig nazi Klaus Abard overleeft tot de jaren negentig door antiverouderingspillen te slikken. Hij is van plan een tijdreis te maken om in 1944 terug te keren naar Duitsland en Hitler een waterstofbom te overhandigen, zodat hij de oorlog kan winnen. Helaas sterft de piloot, die Karel Bures achtervolgt, op de ochtend van de reis en doet zijn serieuze tweelingbroer Jan hem na, zonder op de hoogte te zijn van het complot. Het complot loopt mis als ze in 1941 de bom kwijtraken en in de buurt van Hitlers bunker landen, op een moment dat de nazi's de overwinning voelen. Bures ontsnapt samen met twee van de samenzweerders aan gevangenneming door de nazi's en keert terug naar de tijdmachine. Bures programmeert de machine om een dag voordat ze vertrokken terug te keren, omdat hij denkt dat hij dan zijn broer kan redden en het complot kan verijdelen.